Vanaf 1 oktober 2013 zullen apothekers voor het eerst terugbetaalbare begeleidingsgesprekken kunnen aanbieden aan patiënten met een chronische aandoening.

In een eerste fase is het Begeleidingsgesprek Nieuwe Medicatie voorbehouden aan astmapatiënten die voor het eerst behandeld worden met een inhalatiecorticosteroïd (bv. via een doseeraërosol). Voor het eerst is er voor de Belgische apothekers een honorarium dat niet gekoppeld is aan de aflevering van een geneesmiddel, maar aan de farmaceutische zorg voor de patiënt.

De keuze voor astma is niet toevallig. Zoals bij vele  chronische aandoeningen is de therapietrouw bij astma vaak problematisch. Daarenboven zijn de gunstige effecten van inhalatiecorticosteroïden doorgaans pas na één à twee weken voelbaar, waardoor de patiënt soms de onderhoudsbehandeling vroegtijdig stopzet.

Ook kan een foute inhalatietechniek leiden tot een suboptimaal effect van het geneesmiddel. Persoonlijke begeleiding is noodzakelijk bij het aanleren van de inhalatietechniek, en zeker bij ouderen en kinderen is regelmatige herevaluatie wenselijk. De arts en apotheker moeten de patiënt wijzen op correct gebruik en het belang van therapietrouw. De apotheker is goed geplaatst om de patiënt hierbij te begeleiden. Het Begeleidingsgesprek Nieuwe Medicatie kan daarnaast ook een stimulans geven aan medisch-farmaceutisch overleg: hoewel de apotheker formeel niet verplicht is om de arts te informeren, is het wenselijk dat hij ook de arts op de hoogte brengt van eventuele problemen en de patiënt zo nodig naar hem doorverwijst.

 

Praktisch

Het Begeleidingsgesprek Nieuwe Medicatie kan door de arts worden voorgeschreven (bv. door vermelden van “BNM” op het voorschrift), of worden voorgesteld door de apotheker of de patiënt zelf. De patiënt dient zich schriftelijk akkoord te verklaren. De dienst omvat twee terugbetaalde begeleidingsgesprekken op afspraak in dezelfde apotheek: een eerste informatiegesprek zo snel mogelijk na de aanvang van de therapie en een tweede opvolggesprek, bij voorkeur na 3 tot 6 weken. Het gesprek wordt gestructureerd met behulp van een protocol. De apotheker maakt van elk begeleidingsgesprek een verslag in tweevoud op. Eén exemplaar wordt meegegeven aan de patiënt; het andere wordt in het farmaceutisch dossier bewaard. De apotheker vermeldt zo nodig in het verslag of en waarom hij de patiënt adviseert om een arts te raadplegen.

Het BNM gesprek is gratis voor de patiënt; de apotheker wordt door het RIZIV vergoed met een honorarium van 20 EUR.

 

Detailinhoud van het BNM protocol

Eerste informatiegesprek

  1. De apotheker verzamelt de astmamedicatiehistoriek en andere patiëntgebonden informatie die verband houdt met de ziekte.
  2. Een Asthma Control Test (ACT) wordt uitgevoerd om de graad van astmacontrole te bepalen. Hierbij wordt aan de hand van vijf vragen samen met de patiënt berekend wat de graad is van astmacontrole (zie https://www.asthmacontroltest.com/countries/belgium04/bel_dutch/page_two.asp?country=BELGIUM&lang=FRENCH).
  3. Op maat van de patiënt wordt informatie gegeven over de werking van het geneesmiddel, de plaats in de therapie en het correct gebruik. Maatregelen in geval van een vergeten dosis of aanval worden besproken.
  4. De inhalatietechniek en onderhoud van het toestel worden gedemonstreerd en geoefend.
  5. Het belang van een goede therapietrouw wordt uitgelegd
  6. Aandacht wordt gevestigd op alarmsymptomen die een raadpleging van de arts vereisen.

 

Opvolggesprek

  1. De aandachtspunten uit het eerste gesprek worden besproken.
  2. Een tweede ACT wordt uitgevoerd en het resultaat wordt vergeleken met dat van de eerste test.
  3. Een gevalideerde test omtrent therapietrouw (Medication Adherence Report Scale, MARS) wordt uitgevoerd. In geval van therapie-ontrouw worden de oorzaken achterhaald en mogelijke oplossingen worden besproken.
  4. Het correct gebruik van het geneesmiddel wordt herhaald en de patiënt krijgt feedback over zijn inhalatietechniek.
  5. Er wordt gepeild naar mogelijke ongewenste effecten
  6. Niet-medicamenteuze maatregelen worden besproken.
  7. Aandacht wordt gevestigd op alarmsymptomen die een raadpleging van  de arts vereisen.

  

Achtergrondinformatie

Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium hoofdstuk 4.1. (https://www.bcfi.be/GGR/MPG/MPG_DA.cfm)

Folia november 2005, januari 2007 en maart 2008

Apotheekrichtlijnen in de praktijk. Astma en COPD februari 2012 (APB)

https://inami.fgov.be/drug/nl/pharmacists/agreements/enm-bnm.htm

 

 

Bronnen

Persbericht APB – Communiqué de presse APB https://www.apb.be/SiteCollectionDocuments/COMMUNIQUES%20DE%20PRESSE%20-%20PERS%20MEDEDELINGEN/Dossier-ENM-BNM/BNM%20Persbericht%2016-09-2013.pdf

Begeleidingsgesprek Nieuwe Medicatie omzendnota grote reeks n°70 t.a.v. apothekersteam vanwege het OPHACO secretariaat. 23/09/2013