Het BCFI ontving de vraag of het zinvol is om profylactisch paracetamol of andere antipyretica toe te dienen vóór of op het ogenblik van de vaccinatie tegen COVID-19, ter preventie van post-vaccinale symptomen.
-
Preventief toedienen van antipyretica heeft geen bewezen meerwaarde ten opzichte van het geven bij klachten. Het antipyretisch effect treedt snel op na het innemen en de winst is enkel symptomatisch. Het is dan ook de patiënt die oordeelt of hij dit nodig acht.
-
In een studie bij kinderen (The Lancet, 20091) verminderde profylactische toediening van paracetamol de antilichaamrespons op bepaalde vaccins (10-valent pneumokokkenvaccin, hexavalent vaccin).1 The green book (UK)2 besluit op basis van deze studie dat routinematige profylactische toediening van antipyretica zoals paracetamol en ibuprofen rond het ogenblik van vaccinatie niet aangewezen is.
-
De Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) meldt voor Comirnaty®, COVID-19 Vaccine Moderna® en Janssen COVID-19 Vaccine® dat het effect op de antilichaamrespons van antipyreticatoediening rond het ogenblik van vaccinatie nog niet gekend is, en raadt routinematige profylactische toediening af.3
-
In The green book (UK) wordt voor COVID-19 Vaccine AstraZeneca® gemeld dat profylactische toediening van paracetamol de immuunrespons op het vaccin niet beïnvloedt.4 Dit laatste betekent echter niet dat er enig voordeel te verwachten is van profylactische toediening.
Bij optreden van koorts of hoofdpijn na de vaccinatie kan wel een antipyreticum worden gebruikt: paracetamol is daarbij de eerste keuze; ibuprofen of acetylsalicylzuur zijn geen eerstekeuzepreparaten [zie Repertorium, hoofdstuk 8.1.].
Nota: voor al onze artikels in verband met geneesmiddelen bij COVID-19: zie onze website “COVID-19 update”
Specifieke bronnen