: geneesmiddel onder aanvullende monitoring, waarvoor het melden van ongewenste effecten aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking wordt aangemoedigd. |
– Turoctocog alfa (NovoEight®, hoofdstuk 2.2.1.) is een biosynthetische analoog van stollingsfactor VIII met als indicatie de behandeling en profylaxe van bloedingen bij patiënten met hemofilie A.
– De associatie ledipasvir + sofosbuvir (Harvoni®, hoofdstuk 11.4.4.) is een vaste associatie van direct werkende antivirale middelen (d.w.z. met als doelwit specifieke fasen in de levenscyclus van het hepatitis C-virus) met als indicatie de behandeling van chronische hepatitis C. Sofosbuvir is een nucleotide-inhibitor van het hepatitis C-virus RNA-polymerase, die reeds bestond onder de specialiteitsnaam Sovaldi®. Ledipasvir is een inhibitor van specifieke proteasen van het hepatitis C-virus. De voornaamste ongewenste effecten van deze associatie zijn vermoeidheid, hoofdpijn, slapeloosheid, verhoging van de lipasen, arteriële hypertensie en myalgie. Ledipasvir en sofosbuvir zijn substraten van P-gp; ledipasvir is ook een inhibitor van P-gp (zie tabel Id in de Inleiding van het Repertorium). Daarenboven werden bradycardie en hartgeleidingsstoornissen gerapporteerd bij gelijktijdige behandeling met amiodaron. Zoals met de andere direct werkende antivirale middelen tegen hepatitis C werden in klinische studies bemoedigende resultaten gerapporteerd in verband met de virologische respons (eradicatiegraad van > 90 %), maar deze studies werden niet opgezet om de doeltreffendheid tegen complicaties van hepatitis C te evalueren, en de veiligheid op lange termijn staat niet vast. Rekening houdend met de zeer hoge kostprijs van deze behandelingen, blijft hun gebruik zeer beperkt [zie ook Folia september 2014].[1]
– Nintedanib (Ofev®, hoofdstuk 13.7.) is een tyrosinekinase-inhibitor met als indicatie de behandeling van idiopathische pulmonaire fibrose. De voornaamste ongewenste effecten van nintedanib zijn diarree, gastro-intestinale stoornissen en hepatotoxiciteit. In klinische studies leidde nintedanib tot een lichte verbetering van de ademhalingsfunctie, maar er werd geen effect aangetoond op verergering van de fibrose op lange termijn of op de mortaliteit. Het gaat om een weesgeneesmiddel.[2]
– Idelalisib (Zydelig®, hoofdstuk 13.7.) is een tyrosinekinase-inhibitor met als indicatie de behandeling van bepaalde vormen van chronische lymfoïde leukemie en folliculair lymfoom. Idelalisib kan leiden tot soms ernstige ongewenste effecten, vooral digestieve ongewenste effecten met diarree en ernstige colitis, en hepatische, pulmonaire en cutane ongewenste effecten. Idelalisib is een inhibitor van CYP3A4 en een substraat van P-gp (zie tabel Ib en Id in de Inleiding van het Repertorium).[3]
– Olaparib (Lynparza®, hoofdstuk 13.8.) is een polymerase-inhibitor met als indicatie de behandeling van bepaalde gevallen van gevorderd ovariumcarcinoom. Olaparid kan leiden tot hematologische toxiciteit, gastro-intestinale stoornissen, dysgeusie en teratogeniteit. Olaparib is een substraat van CYP3A4 en P-gp (zie tabel Ib en Id in de Inleiding van het Repertorium). Het gaat om een weesgeneesmiddel.