: geneesmiddel met een nieuw actief bestanddeel of nieuw biologisch geneesmiddel, waarvoor het melden van ongewenste effecten aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking wordt aangemoedigd.

 

Aflibercept (Eylea®, hoofdstuk 16.10.), een inhibitor van de vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF) wordt, zoals ranibizumab (Lucentis®) en pegaptanib (Macugen®) [zie Folia januari 2013], voorgesteld in intravitreale injectie voor de behandeling van neovasculaire (natte) leeftijdsgebonden maculadegeneratie (DMLA). De voornaamste ongewenste effecten zijn oogstoornissen, meestal ten gevolge van de toedieningsprocedure (endoftalmitis, retinale loslating of scheur, traumatisch cataract), en cardiovasculaire stoornissen. In twee gerandomiseerde studies bleken de doeltreffendheid en veiligheid van aflibercept (toegediend om de 8 weken na 3 initiële maandelijkse injecties) vergelijkbaar met deze van ranibizumab (toegediend om de 4 weken). Het is echter niet duidelijk bewezen dat in de praktijk het aantal toe te dienen injecties lager is met aflibercept dan met ranibizumab, gezien ranibizumab in de praktijk minder frequent en naargelang de behoefte, toegediend wordt. Aflibercept heeft dus geen betere risico-batenverhouding dan ranibizumab, de standaardbehandeling bij DMLA [Australian Prescriber 2013;36:32-5; La Revue Prescrire 2013;33:170-3].

 

Rifaximine (Targaxan®; hoofdstuk  11.1.11.3.) is een antibioticum van de rifamycinegroep, voorgesteld voor de preventie van recidieven van episoden van hepatische encefalopathie bij patiënten met chronische leverinsufficiëntie. Rifaximine wordt praktisch niet geresorbeerd en oefent zijn werking lokaal uit ter hoogte van de darmflora, waarbij het de productie van ammoniak verlaagt. De voornaamste ongewenste effecten van rifaximine zijn perifeer oedeem, ascites, anemie, arthralgieën, koorts en vertigo. Gevallen van diarree door Clostridium difficile werden eveneens beschreven. De plaats van rifaximine lijkt zich te beperken tot patiënten die niet voldoende reageren op andere behandelingen of bij wie andere behandelingen gecontra-indiceerd zijn [Australian Prescriber 2012;35:169-71].

– De specialiteit Prunasine® op basis van Cassia senna, een anthrachinon gebruikt als laxativum, is uit de handel gehaald.