: geneesmiddel onder aanvullende monitoring, waarvoor het melden van ongewenste effecten aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking wordt aangemoedigd.

 

– Lipegfilgrastim(Lonquex®; hoofdstuk 2.3.3.) is een granulocyte colony-stimulating factor (G-CSF), gebruikt om neutropenie door chemotherapie tegen te gaan. Ten opzichte van filgrastim heeft lipegfilgrastim, zoals pegfilgastrim, een verlengde werkingsduur,en het wordt toegediend in één enkele subcutane injectie per chemotherapiekuur. De ongewenste effecten van lipegfilgrastim zijn vergelijkbaar met deze van de andere G-CSF’s.

Avanafil (Spedra®; hoofdstuk  7.3.3.) is een fosfodiësterase type 5-inhibitor, voorgesteld voor de  behandeling van erectiestoornissen. De posologie vermeld in de Samenvatting van de Kenmerken van het Product (SKP) is 50 tot 200 mg (max. 1 x p.d.),  in te nemen ongeveer 30 minuten vóór de seksuele contacten. Avanafil heeft een halfwaardetijd van 6 à 17 uur. Avanafil heeft hetzelfde profiel van contra-indicaties (o.a. gelijktijdige behandeling met nitraten of molsidomine), ongewenste effecten (o.a. hypotensie, warmteopwellingen, hoofdpijn) en interacties (o.a. ter hoogte van CYP3A4) als de andere fosfodiësterase type 5-inhibitoren, en er is geen bewijs van meerwaarde van avanafil ten opzichte van de andere fosfodiësterase type 5-inhibitoren[1].

Tetrabenazine (Tetrabenazine AOP Orphan Pharmaceuticals®; hoofdstuk  10.12.) is een antidopaminerge stof, voorgesteld voor de symptomatische behandeling van hyperkinetische stoornissen bij de ziekte van Huntington. De ongewenste effecten van tetrabenazine zijn vooral asthenie, depressie, angst, extrapiramidale stoornissen, gastro-intestinale last, verlenging van het QT-interval en zelden het maligne antipsychoticasyndroom. De werkzaamheid van tetrabenazine werd onderzocht in kleinschalige studies, en er is geen bewijs van superioriteit van tetrabenazine ten opzichte van antipsychotica.  Antipsychotica blijven de standaardbehandeling bij chorea van Huntington; tetrabenazine kan een alternatief zijn in geval van onvoldoende doeltreffendheid of bij uitgesproken ongewenste effecten bij gebruik van antipsychotica.[2][3]

Pertuzumab (Perjeta®; hoofdstuk 13.6.), een monoclonaal antilichaam gericht tegen HER-2 (human epidermal growth factor 2), wordt voorgesteld in associatie met trastuzumab en docetaxel bij de behandeling van gemetastaseerd of niet operabel lokaal gevorderd mammacarcinoom met overexpressie van HER-2 (ongeveer 30 % van de patiënten met borstkanker). Toevoeging van pertuzumab aan deze associatie leidde in een studie tot een verlenging van de overleving met 6 maanden, maar gezien de beperkte gegevens is het op dit ogenblik moeilijk de juiste plaats van pertuzumab te bepalen.[4][5][6]

– Het droog extract van Camellia sinensis (Veregen®; hoofdstuk 15.12.) is een extract van theebladeren, voorgesteld als zalf voor de behandeling van condylomata acuminata. Het aanbrengen ervan kan lokale reacties uilokken, en het rubber van condooms en pessaria aantasten. Het werkingsmechanisme van het extract van Camellia sinensis is niet bekend en er zijn geen vergelijkende gegevens beschikbaar ten opzichte van de andere behandelingen van condylomata acuminata.

– De specialiteiten Inderal Retard Mitis 80 mg® (op basis van propranolol 80 mg met vertraagde vrijstelling) en Inderal Retard 160 mg® (op basis van propranolol 160 mg met vertraagde vrijstelling) zijn uit de markt genomen [zie bericht in de rubriek “Goed om te weten” op onze website van 10/06/14].

 


[1]La Revue Prescrire  2014;34:95

[2]La Revue Prescrire 2007 ; 27 :174-1-174-4 

[3]La Revue Prescrire 2014 ; 34 : 348-349

[4]La Revue Prescrire 2013 ; 33 : 816-1-816-4

[5]La Revue Prescrire 2014 ; 34 : 103

[6]Australian Prescriber 2013 ; 36 (4) :1