: geneesmiddel onder aanvullende monitoring, waarvoor het melden van ongewenste effecten aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking wordt aangemoedigd. |
– Hepatyrix® (hoofdstuk 12.1.3.10.) is een gecombineerd vaccin tegen hepatitis A en buiktyfus. Dit vaccin kan overwogen worden bij volwassenen en adolescenten vanaf de leeftijd van 15 jaar die zowel tegen hepatitis A als tegen buiktyfus beschermd moeten worden, bv. bij reizen naar landen waar deze twee ziekten endemisch zijn. Dit gecombineerd vaccin is niet doeltreffender dan de toediening van de twee monovalente vaccins; het vertoont een belangrijk risico van lokale reacties ter hoogte van de injectieplaats. Dit gecombineerd vaccin laat geen volledige vaccinatie tegen hepatitis A toe, en moet voorafgegaan of gevolgd worden door één dosis van het monovalente vaccin tegen hepatitis A binnen een periode van 6 tot 12 maanden. Voor de bescherming tegen buiktyfus bestaat er ook een oraal levend vaccin, met vergelijkbare doeltreffendheid en werkingsduur als het injecteerbare vaccin.[1]
– De Motilium suppo’s® (hoofdstuk 3.4.1.) zijn uit de markt genomen, en er is geen specialiteit meer op basis van domperidon voor rectaal gebruik. In 2014 werden, omwille van het risico van verlenging van het QT-interval en aritmieën, beperkende maatregelen genomen betreffende het gebruik van domperidon; deze maatregelen beperkten onder andere het gebruik van suppo’s op basis van domperidon [zie Folia april 2014].
– De specialiteit Theolair® (hoofdstuk 4.1.7.) op basis van theofylline met vertraagde vrijstelling is uit de markt genomen. Theofylline is nog steeds beschikbaar als capsules met vertraagde vrijstelling (Xanthium®). Theofylline heeft een nauwe therapeutisch-toxische marge, en overschakelen van de ene specialiteit naar de andere dient daarom met voorzichtigheid te gebeuren. De plaats van theofylline in de onderhoudsbehandeling van astma en COPD is beperkt.
– De specialiteit Hibitane® als vaginale crème (hoofdstuk 6.1.3.) is uit de markt genomen, en er is geen specialiteit meer op basis van chloorhexidine voor vaginaal gebruik. Een vaginale oplossing op basis van joodpovidon kan een alternatief zijn binnen het beperkte indicatiegebied van een vaginaal antisepticum.
– De specialiteit Laburide® op basis van het anti-epilepticum feneturide (hoofdstuk 10.7.2.4.) is uit de markt genomen. Gezien zijn toxiciteit is feneturide zeker geen eerstekeuzemiddel bij de aanpak van epilepsie.
– De specialiteit Protamine 1000® (5.000IE/5 ml) is uit de markt genomen (hoofdstuk 20.1.1.2.). Protamine wordt gebruikt als antidoot van heparine, en is nog steeds beschikbaar onder de specialiteitsnaam Protamine Sulfaat Leo® (let op, de sterkte is verschillend: 7.000 IE/5ml).
[1]La Revue Prescrire 2005;25:10