Bij vrouwen met overgewicht (body mass index of BMI > 25) zouden orale anticonceptiva (behalve de hooggedoseerde eerstegeneratie-oestroprogestagenen) minder betrouwbaar kunnen zijn [zie Folia maart 2005]. Een vermindering van de doeltreffendheid van urgentie-anticonceptie (morning after pill) werd ook gesuggereerd bij vrouwen met obesitas (BMI > 30), dit op basis van de resultaten van posthoc-analyses[1] van twee gerandomiseerde studies waarbij de doeltreffendheid van levonorgestrel en ulipristal vergeleken werd in het kader van urgentie-anticonceptie: bij vrouwen met een BMI > 30 was er met levonorgestrel een statistisch significante toename van het risico van falen van de urgentie-anticonceptie ten opzichte van vrouwen met een BMI < 25 (odds ratio  4,41; 95 %-BI 2,05 tot 9,44). Met ulipristal was de toename van het risico van falen kleiner en statistisch gezien niet significant.

Het European Medicines Agency (EMA) heeft deze gegevens geëvalueerd, en het Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) kwam recent tot het besluit dat de gegevens te beperkt zijn en niet toelaten te besluiten dat er een vermindering van de doeltreffendheid is van urgentie-anticonceptie bij obese vrouwen. Het CHMP is van mening dat de risico-batenverhouding van zowel levonorgestrel als ulipristal gunstig blijft en dat deze middelen mogen gebruikt worden als urgentie-anticonceptiva, ongeacht het lichaamsgewicht[2]. Het CHMP herinnert eraan dat urgentie-anticonceptie zo vlug mogelijk na het seksueel contact dient gebruikt te worden, en dat urgentie-anticonceptie slechts in nood te gebruiken is en het regelmatig gebruik van anticonceptiva niet kan vervangen.


[1]Contraception 2011 ; 84 : 363-7 (doi :10.1016/j.contraception.2011.02.009)