Tot op heden was het voor de voorschrijver verplicht om het elektronisch voorschrift af te drukken en mee te geven met de patiënt. Vanaf 15 september is dat niet meer het geval en wordt het mogelijk om geneesmiddelen voor te schrijven zonder papieren bewijs van elektronisch voorschrift [zie website RIZIV1]. In een eerste fase zal standaard een
papieren bewijs worden meegegeven, tenzij de patiënt expliciet aangeeft dat hij/zij het beheer van het voorschrift digitaal zal opnemen (via een App, een webtoepassing, een digitaal document). In de apotheek kan nu reeds – als COVID-19 maatregel – een geneesmiddel afgeleverd worden zonder gebruik van een papieren bewijs van elektronisch voorschrift. Vanaf 15 september heeft de apotheker een extra mogelijkheid om papierloos af te leveren: met gebruik van de elektronische identiteitskaart (eID) [pdf, website RIZIV1].
In afwezigheid van een papieren elektronisch voorschrift, kan de apotheker op volgende manieren de openstaande elektronische voorschriften bij Recip-e raadplegen en de geneesmiddelen afleveren:
-
scannen van de barcode van het elektronisch voorschrift op de GSM of tablet van de patiënt;
-
gebruik van de eID.
Daarnaast blijft het mogelijk dat de voorschrijver het elektronisch voorschrift afdrukt en meegeeft met de patiënt (de apotheker scant dan de barcode op het uitgeprinte elektronisch voorschrift).
Ook het klassieke, papieren voorschrift kan in overmachtssituaties of in uitzonderlijke gevallen nog gebruikt worden (bijvoorbeeld, voorschrijven buiten het artsenkabinet, artsen ≥ 64 jaar op 1/1/2020, medische hulpmiddelen die ook door bandagisten kunnen afgeleverd worden, in geval van technische problemen, … ) [zie website RIZIV voor meer informatie over het op papier voorschrijven].
Dit papierloos voorschrijven en afleveren, door het RIZIV “dematerialisatie” genaamd, kadert in de verdere digitalisering van het proces van voorschrijven en afleveren. Er wordt gestreefd naar een volledige digitalisering.1
Commentaar van het BCFI: Vanuit het standpunt van de patiënt kan deze verdere digitalisering problemen geven. Voor wie minder digitaal-vaardig is wordt het moeilijk of onmogelijk om te zien welke voorschriften er nog open staan. Het is aan de voorschrijver om in die gevallen toch telkens een papieren bewijs van voorschrift mee te geven.